“Tussen de soep en de patatten” – Geschreven door Robin Janssens
In de winter van 1992 vertelde Dirk aan tafel, tussen de soep en de patatten, dat hij op mannen viel. Enfin, ze waren net begonnen aan de erwtensoep en daarna waren het frieten, maar dat komt op hetzelfde neer. Hij vertelde het grote nieuws aan zijn ouders. Dat was een moeilijk gesprek. Niet alleen omdat zijn ouders conservatieve homohaters waren, maar ook omdat deze twee anti-gayers in de herfst van 1989 het leven lieten
door een auto-ongeval.
Nadat Dirk zijn weldoordachte woorden uitsprak en dus openlijk uit de kast kwam, was de reactie ongeveer wat hij verwachtte. Zijn vader, Herman, verslikte zich en proestte een paar erwtjes de woonkamer in. Nathalie, de moeder, liet op hetzelfde moment haar lepel in het bord vallen en stuurde wat soepdruppels richting de gezichten van Dirk en Herman. Er viel een ijskoude stilte. Dirk keek afwachtend naar zijn vader, met het sterke vermoeden dat er zo dadelijk een atoombom zou ontploffen. Zijn vader staarde dan weer naar de erwtjes in zijn bord en vertoonde daarbij geen enkele emotie. Moeder Nathalie bekeek ondertussen haar zoon, alsof ze naar een gefrituurde tarantula tussen een bak fruit in de supermarkt aan het kijken was. Zoonlief besloot de stilte te doorbreken door zijn ouders te benadrukken dat hij er tegen gevochten had, maar dat het sterker was dan zichzelf. Vader goot zijn volle pint bier in zijn keelgat en begaf zich naar de keuken. Moeder wees Dirk naar zijn bord soep, sprak de woorden: “Laat ze niet koud worden.” en lepelde haar kookkunsten verder uit. Dirk besloot haar voorbeeld voorzichtig te volgen en bedacht zichzelf dat dit misschien wel eens het laatste bord soep kon zijn waar zijn vader geen rattenvergif in verstopte. Herman kwam terug aan tafel zitten na zijn consultatie met de koelkast, die hem een halve liter bier had voorgeschreven.
Hij nam een stevige teug van zijn medicijn en slurpte vervolgens zijn soep verder op. Opnieuw bevonden ze zich in een oorverdovende stilte. Deze keer was het moeder Nathalie die als eerste sprak: “En zijt ge daar al mee naar een dokter geweest?”
“Mama, ik ben homo, dat is geen griep hé”, antwoordde Dirk gevat.
“Maar ge hebt dat toch overgekregen van iemand? Is dat dan niet besmettelijk?”, vroeg moeder ongerust.
“Homoseksualiteit kunt ge niet overkrijgen van iemand, dat zijt ge gewoon”, informeerde Dirk.
“Ik zou daar toch eens eerst mee naar een dokter gaan”, weerlegde moeder.
Nathalie keek naar haar echtgenoot, die ondertussen stevig aan het nadenken was over waar het allemaal was misgelopen in zijn leven. “Hebt gij nu niets te zeggen, Herman?”
“Ja, wat moet ik daar nu op zeggen…”, sprak Herman met een opvallende toon aan frustratie.
Waarop Nathalie reageerde met: “Ik weet het ook niet. Wat moeten wij nu doen?”
“Gij moet de frieten beginnen bakken. En rap!”, beval de bierdrinkende echtgenoot.
De brave getemde huismoeder luisterde naar haar opdrachtgever en begon te bakken. Dirk vroeg of hij met iets kon helpen, maar zijn moeder wimpelde dit af en zei dat ze liever had dat hij niet te veel dingen aanraakte. Ook vader was ondertussen aan het bakken, maar in zijn geval van woede en niet van OZO vet.
Dirk probeerde nog de pijnlijke stilte te doorbreken met: “En gaat ge vanavond nog ene drinken op café?” Maar meer dan een slechtgehumeurde grom kwam er uit vaders mond niet uit.
Ondanks dat ze nog niet aan de nieuwe patatjes waren, werden de gefrituurde patatten wel op tafel geschoven.
Moeder legde de grootste biefstuk op vaders bord, schudde een halve berg frieten daarop uit en werkte het gerecht af met een halve pot mayonaise. Daarna vulde ze haar eigen bord en Dirk mocht tenslotte de overschot opsmullen. Het gezin begon te eten. Vader als een hongerig varken, moeder als een bedeesde kat en de zoon als een geslagen lammetje. “Misschien is het beter als ik ergens anders ga wonen”, constateerde Dirk.
“Wat zegt gij nu?! Dat is toch nergens voor nodig!”, snauwde moeder.
Waarop Dirk reageerde met: “Ik val op mannen en ik kan daar niets aan veranderen en als jullie dat niet kunnen aanvaarden, dan…”
“We zijn gewoon wat verschoten. En misschien wat teleurgesteld. Maar dat is nog altijd geen reden om het af te trappen!”, onderbrak moeder.
Nathalie sprak hulpbehoevend haar halve trouwboek aan: “Zegt gij nu ook eens iets, Herman!”
“Die frieten zijn plat”, voegde Herman aan het gesprek toe.
“Is dat alles wat dat gij gaat zeggen?”, vroeg Nathalie.
Waarop Herman zijn goesting om een gesprek te voeren samenvatte met: “Ik denk het wel ja.”
Vader stak de laatste frieten in zijn mond, dronk zijn bier leeg, wierp een reusachtige boer de eetkamer in en sloot het avondmaal af met de mededeling dat hij op café ging kaarten (hoewel daar nooit veel gekaart werd) en dat het laat kon worden. Moeder stond recht en maakte zich klaar voor haar dagelijkse afwas. Maar voor ze zich naar de keuken begaf, vertelde ze aan haar zoon dat, als hij dat wou, ze later op de avond wel samen konden kijken naar ’10 om te zien’. Er verscheen een bescheiden glimlach op het gezicht van Dirk, die toestemmend knikte en zich vervolgens in de zetel zette.
Na een aantal minuten kwam vader aangewandeld en schakelde de tv aan, want: “Ik moet de laatste minuten van de match nog efkes zien.” Hij plaatste zich aan de andere kant van de zetel, met zijn pint, en staarde naar zijn vertrouwde scherm. Dirk bleef in een ongemakkelijke houding zitten en deed alsof hij ook graag naar voetbal keek. Vader plaatste een blikje bier op de salontafel, ter hoogte van Dirk. Hermans zoon greep voorzichtig naar het blikje en keek met bange ogen naar zijn vader. Vader knikte en deed teken dat het de bedoeling was dat hij van het blikje dronk. Dirk dronk bijgevolg met veel smaak van het bier, alsof dat het beste pintje was dat hij ooit gedronken had. De voetbalmatch had zijn einde bereikt en vader maakte zich klaar om op café te gaan. Voor hij de deur uitstapte wierp hij nog een min of meer geruststellende blik naar zijn zoon en nam afscheid met de woorden: “Tot morgen”.
Dirk zakte met enige opluchting en een oververzadigde maag dieper de zetel in. Vader en moeder waren, ondanks hun vele gebreken, toch nog de slechtsten niet. Na alle emoties, kon Dirk tenslotte bekomen van de drie borden erwtensoep en de drie porties biefstuk met frieten die hij die avond had opgegeten.
“Klachtenbrief aan de schepper” – Geschreven door Robin Janssens
Geachte schepper,
Alvorens ik deze brief begin wil ik toch graag benadrukken dat ik altijd zeer tevreden ben geweest over uw werk en uiterst veel respect voor U heb. Nog steeds ga ik iedere zondag naar de ochtendmis, gegeven door pastoor Wuyts, met zeer veel goesting en trots. Pastoor Wuyts doet dat trouwens enorm goed, U hebt hem goed uitgekozen. Zoals U overduidelijk weet ben ik al mijn hele leven een tochwat trouwe en fanatieke volgeling van de kerk en van U, net zoals mijn moeder zaliger en vader zaliger dat waren. Maar dat is natuurlijk niet de reden dat ik U schrijf…
Nog nooit in de tweeëntachtig jaren dat ik leef, heb ik nog maar één klacht gehad. Nog nooit. U hebt dan ook altijd zeer mooi en bewonderenswaardig werk geleverd. Dus, lieve Heer, laat me daar zeer duidelijk in zijn: ik bewonder U. Met smekende toon vraag ik U dan ook om deze brief niet al te persoonlijk op te nemen en mijn lieve vrouw en kinderen hier niet voor te straffen, indien U niet akkoord zou zijn. Wat ik U dus wou zeggen is het volgende:
Ik weet niet wat U van plan bent of wat er in Uw hoofd omgaat of wat er allemaal aan het gebeuren is daarboven, maar de laatste tijd heb ik het sterke gevoel dat het wat aan het mislopen is. Goed, eerlijk is eerlijk, zaken zoals de opwarming van de Aarde en het smelten van de ijskappen en de luchtvervuiling hebben we zelf in de hand. Daar kan ik U niet voor veroordelen, aangezien u ons een propere planeet gegeven heeft… En, enfin, zo erg zal dat nu ook allemaal wel niet zijn zeker?? Dat is de media en een aantal moderne hippies die wat paniek willen veroorzaken als ge het mij vraagt. Maar wat is dat in godsnaam met die hesjtek mietoe, of hoe ge dat ook schrijft?! Een mens mag al niet meer kijken naar een schoon vrouw of hij wordt behandelt als een verkrachter. Dat is het een na het ander geval dat we op den teevee te zien krijgen. Een mens begint al te twijfelen aan wat er nog wél mag in zijn eigen sociale leven!!! Vroeger mochten we nog eens fluiten als we een schoon vrouw zagen voorbij wandelen en die vrouw vond dat dan heel plezant. Gelooft U mij maar, die haar dag was weer helemaal goed! Maar dat mag ook al niet meer tegenwoordig. Zoals U weet heeft vorige week bakker Lowie zijn deuren moeten sluiten, omdat hij af en toe eens een vriendschappelijk klopje op het achterwerk van de verkoopsters gaf… Waar gaat dat nu toch naartoe?! En waar moeten wij ons brood nu gaan halen? Ons Gerda is er ook niet goed gezind over. Zij at heel graag van zijn pistolets. Ik ben nu deze morgend naar bakkerij Maurice gegaan, maar die zijn brood daar kunt ge een konijn met doodslaan. Ons Gerda spreekt al van zo’n machien te kopen, dat ge zelf uw brood kunt bakken. Als ik me daar ook nog eens met moet bezighouden… Trouwens, ik kan ook geen machienes blijven kopen hé, ben ik Rockefeller niet. Vorige maand heb ik al zonen eierfraaier moeten kopen, op aanraden van ons kinderen. Dat spel macheert ook langs geen kanten. Die eieren hebben een week op mijn maag gelegen. En dan zou ik straks nog van een halfgebakken brood moeten eten dat ik nog eens zelf moet maken zeker? Ja, talooren. Maar even verder over die hesjtek mietoe… Hoe moet een man nu nog weten wat hij nog bij welke vrouw mag doen? Straks gaan ze nog zeggen dat ik mijn kleindochter niet mag vastpakken of het is al ‘mietoe’… Bij ons in het duivenlokaal trekken ze hun daar gelukkig niet al te veel van aan, maar daar zitten natuurlijk geen vrouwen bij. Behalve ons Leontinneke, maar die heeft dat maar al te graag dat ze aandacht krijgt van de mannen. Anders zou ze toch niet met haar gat half bloot lopen. Ons Gerda was vorige maand ook al kwaad, omdat ik in het café een mopke maakte over dat haar mie al een aantal jaren toe is. Ik ben er nochtans van overtuigd dat die dat vroeger wel plezant had gevonden, maar nu ben ik ineens ‘ne vulgairen oude vetzak’…
Dan nog eens iets… Wat is dat met die ‘wook’? Ze schaffen alles maar af van films en programma’s van vroeger omdat die niet ‘wook’ zijn. De kanselkultuur noemen ze dat dan. Ze mogen fier zijn op hunne kultuur, dat had in mijnen tijd toch niet waar geweest. Ze zouden beter eens wat meer programma’s en films van vroeger uitzenden, dat was tenminste nog schoon om naar te kijken. Tegenwoordig is dat alleen maar schieten en moorden en bloed en ontploffingen en van die rare beesten op den teevee. Films gelijk ‘De blonde en ik’ of ‘Pretty affair’ met Brigit Bardot, dat waren nog eens schoon films! Of dat ze nog eens iets uitzenden van den Dikke en den Dunne of Charlie Chaplin. Daar kunt ge tenminste nog eens met lachen. Sneeuwwitje wouden ze ook al veranderen, omdat ze het niet correct vonden dat de prins Sneeuwwitje kust als ze slaapt. Wat een gezever. Hoe moet Sneeuwwitje dan wel wakker worden? Zo kan je in ieder sprookje een probleem gaan zoeken… En stripalbums zoals Kuifje in Afrika mag blijkbaar ook al niet meer, want dat is blijkbaar rasistis. Dat is nog zo iets… We mogen niet meer ‘neger’ zeggen, want dat is ook al rasistis. Alstublieft hé seg, wat mogen we nog wel? Dat is toch helemaal niet slecht bedoelt als wij dat zeggen… En ‘zwartje’ horen ze ook al niet meer graag. Wat moeten we dan zeggen, ‘een donkerwitte’? Het gaat toch allemaal wat te ver vind ik. Ze breken nu ook standbeelden af van mensen die zogezegd allemaal slechte dingen gedaan hebben. Die standbeelden staan daar al jaaaaren en nu maken ze daar ineens een probleem van. Dat is gewoon aandacht vragen en zoiets als ekskuus gebruiken om wat de vandaal te gaan uithangen. Zoals die klimaatspijbelaars… Dat hadden wij nu eens in onze jonge tijd moeten proberen, niet naar school gaan om wat de onnozelaar in Brussel te gaan uithangen. Mijn vader had mij drie dagen lang rammel gegeven denk ik. Studeren moeten die snotneuzen doen. Maar ze hebben die joeng niet meer in de hand hé, al die ouders zijn veel te zacht voor hun klein mannen. Terwijl die juist een sterke vaste hand nodig hebben om af en toe ne keer op tafel te kloppen. Ons Emma, de klein van onze Luk, is ook gaan spijbelen voor het klimaat. Ik heb haar sindsdien geen zondag meer gegeven en ik heb haar ook heel duidelijk gezegd dat ik enorm teleurgesteld was in haar. Wat gaat dat kind bereiken als ze haar school aan haar laars lapt???! Ik maak me daar toch vaak zorgen over, om onze kleinkinderen. Onze Luk en onze Marcel zijn nog in redelijk goeie tijden opgegroeid, maar wat moet er van onze kleinkinderen worden in een tijd als deze!!!! Die Corona heeft er ook geen goed aan gedaan. En de jeugd maar klagen dat ze het zo slecht hadden… Ze zouden eens moeten weten hoe zwaar dat voor de oudere mensen is geweest. Die jeugd zit toch maar ganser dagen op dat bakske te tokkelen of naar den teevee te kijken. Wij, ouderen, konden NIKS meer doen. Wij zagen niemand en wij moesten onze plan maar trekken. Plezant hé zo nen ouden dag!!!! Dat was pas erg. Maar de jeugd van tegenwoordig kan alleen maar klagen en klagen en klagen. ’T zou potverdekke nog eens oorlog moeten worden, dan zouden ze nekeer zien wat zware tijden zijn. Allez, het zou goed kunnen dat er binnenkort een nieuwe oorlog van komt als die Russen onozel blijven doen. En als we dan moeten rekenen op onze jeugd om ons te beschermen, ’t zal ne vette zijn amai… Wat gaan ze doen dan, spijbelen tegen de oorlog? De Poetin zal eens goed lachen ja!
Och ja, wat moet een oude mens als ik nu nog aanvangen in zone wereld? Vroeger was alles toch een pakske gemakkelijker zenne. Da’s nog zo iets, die modernisering. Alles moet tegenwoordig maar met de kompjoeter gebeuren. Ge moet uw rekeningen betalen met dat spel, ge moet uw bankzaken er met regelen, ge moet uw afspraken daarop maken en weet ik wat nog allemaal… En wat moeten de mensen doen die geen kompjoeter hebben? Ik kan daar niet meer met leren werken, daar ben ik te oud voor geworden. Maar ondertussen moeten wij het allemaal maar regelen. Oude mensen zonder kompjoeter die laten ze maar aan hun lot over. En zo een smartfoon moet ge tegenwoordig ook al hebben om mee te kunnen met dezen tijd. Mannekes toch… Met de Corona moesten we dan zogezegd een ap daarop zetten en dan konden de mensen onze Coronacode scannen ofzoiets. Alstublieft hé seg, kunnen ze dan niet gewoon een bewijs van uw vaksinatie in iedereen hun brievenbus steken? De jeugd van tegenwoordig kan niet meer zonder hun smartfoon, alles moeten ze daar met doen en heel den dag zitten ze daar op te tokkelen. Dat kan toch niet gezond zijn. Waar gaat de wereld toch naartoe… Als zo’n onnozel toestelletje al belangrijker is geworden dan de mensen rondom u en het échte leven, dan zijn we ver gekomen!!!! U had beter eens een virus in de mensen hun smartfoon en kompjoeter verspreid dat ze die nooit meer konden gebruiken, de wereld zou er een pakske schoner uitzien! Terug naar de goede oude tijd!!!! Toen de mensen nog spraken met mekaar en samen op café gingen kaarten. Onze George, den oudste van onze Luk, zit ook al maanden te zagen dat we zo een smartfoon moeten hebben om te videobellen. Dat ze eens allemaal gewoon langskomen als ze ons willen zien hé, ze weten toch dat wij bijna altijd thuis zijn. Wat moeten wij nu nog gaan videobellen…
Och ja… En dan nog eens iets! Onze George is zo een van die ‘vloggers’ dat zo heelder dagen zijn eigen ligt te filmen en dan op dat woreldwite internet zet… Het strafste van al is dat hem daar nog geld met verdient ook?!! Kunnen die mannen geen echte job gaan zoeken? Hoe kan onze George nu ooit aan pensioensparen doen? Laat staan dat hem iets van hospitalisatieverzekering heeft of ancieniteit kan opbouwen. Zeg nu zelf, daar zit nu toch geen toekomst in. Heelder dagen wat onozel doen met dat kaske, hoe gaat dat aflopen? Het ergste van al is dat hem ons daar dan ook met komt lastigvallen… Met zijnen ‘tok tok’ of ‘tak tik’ of hoe noemt het… Dan zit hem tegen ons te zagen om van die danskes mee te doen, omdat zijn volgelingen dat blijkbaar plezant vinden. Pfffffttt… Nog zo iets… Die hebben tegenwoordig allemaal ‘volgers’ op dat bakske. Die denken dat ze Jezus zijn zeker?!!
Als laatste wil ik u graag nog met stevige drang verzoeken om iets te doen aan het overaantal aan vreemdelingen hier in Vlaanderen en in ons dorp! Dat kan allemaal goed zijn dat daar brave eerlijke mensen bij zitten, maar het grootendeel daarvan is volgens mij toch écht wel roegt. Wat komen die hier allemaal doen? Ge kunt al niet meer op den tram stappen en het zit vol met van die kapkes. En in’t stad moet ge ook al niet meer komen met het uitschot dat daar rondhangt. Ne mens heeft daar echt schrik om rond te lopen. En die mannen zijn voor niks verlegen hé, voor dat ge het weet hebben ze u bestolen en uw vrouw aangerand!! Allez, ons Gerda zullen ze nu wel niet meer aanranden. Maar ge weet wat ik bedoel. En al die vluchtelingen… Allemaal vreed erg dat die moeten gaan lopen, maar moeten die nu allemaal naar ons land komen? Die mensen krijgen verdekke meer van onze regering dan mensen van ons land die in nood zitten. Zal ‘kik maar belastingen betalen!! Dat die Ylon Musk die maar allemaal meeneemt naar Mars, dan zitten wij hier weer gerust.
Goed, ik zou nog ’t een en het ander hier kunnen schrijven, maar ik krijg een kramp in mijn hand en ons Gerda roept just dat het eten gereed is. Het is groene stoemp met sossisen. Hmmm, lekker!!! In ieder geval als U deze klachten al oplost ben ik reeds tevreden!
Ik vat graag de volgende actiepunten voor U samen:
- Schaf die hesjtek mietoe af.
- Stop de cancelcultuur en zorg dat ze die ‘Wook’ in hun gat steken
- Die modernisering trekt op geen fluit, DENK EENS AAN DE OUDEREN!!!
- Gedaan met Coronavirus, wel virus dat al die onozel kaskes uitschakelt
- Zorg dat die vloggers eens een echt beroep gaan doen
- Stuur de vreemdelingen en vluchtelingen maar naar Mars met die Musk
Och, lieven Heer… Wat doet ge mij toch allemaal aan? Als dat zo verder gaat moogt ge mij gerust komen halen. Mijn vrienden van vroeger zullen daar nu wel aan het wiezen zijn met een pintje op café met Sinte Pieter. Ik kan niet meer mee met deze ‘moderne’ tijden, mijnen tijd is gepasseerd. ’T Is toch dikwijls triestig zo op deze ouden dag!! We willen allemaal oud worden, maar oud zijn is minder plezant… U bent in ieder geval toch bedankt om deze brief te willen lezen en ik hoop dat U er iets aan wil doen. Ik vond dat het tijd werd dat U terug eens in actie zou schieten, want U bent precies toch wat aan het slabakken… Met alle respect natuurlijk.
Allez, ik zal maar eens gaan eten of ons Gerda gaat weer beginnen zagen. Ge kent ze hé! Ik zal een bordje voor U opzij zetten, want die rijstpap zal er ondertussen wel al langs Uw oren uitkomen. Doet ons Moe en onze Va daar de groeten en zegt dat ik achtereen daar ook eens kom kijken tussen de wolken naar hier helemaal beneden.
P.S; Bijna vergeten. Als het zover is en U komt mij halen, wilt U dan alstublieft voor ons Gerda en de kinderen en kleinkinderen zorgen? Ik weet dat ik een oude zagevent ben, maar ik zien ze allemaal graag en ik wil feitelijk alleen maar dat ze gelukkig kunnen zijn in een schoone wereld. Ik wil dat ze een even schoon leven kunnen hebben als dat ik vroeger gehad heb!! Wilt U dat doen voor mij alstublieft? En zorgt dat ons Gerda niet te eenzaam word, ik zien mijn vrouwke niet graag triestig… Maar ze moet nu ook weer niet met iemand nog gaan aanpappen op hare leeftijd hé!!!! Er moet genen vent nog aan mijn vrouw gaan liggen frullen. Laat ze maar bij onze Luk of onze Marcel gaan wonen en dat ze haar dan maar een hondje of ne goudvis kado doen.
Allez nu ben ik echt weg, want ons Gerda begint al te mekkeren dat het eten koud word. Maar kzal ze sevens wel eens een goei bees geven en zeggen dat ik haar geire zien. Merci lieven Heer om mij mijn Gerda’ke te schenken, ik heb met haar de schoonsten tijd gehad die ik mij had kunnen wensen. En als U ooit ons Gerda ook komt halen, geef dan even ons jong lichaam terug van toen dat we twintig jaar waren. Dan kunnen we hierboven terug wat gaan dansen gelijk vroeger!!
Tot binnenkort Lieven Heer!
Met zeer sympathieke groeten,
Roland Alfons Geraldine Maes
